Proverbs 27

Maar wie hem veroordelen, zal het goed gaan, zij worden gezegend met voorspoed.
1Men kust degene die oprechte antwoorden geeft.
2Zorg eerst voor werk buitenshuis en houd u bezig met uw akker, voordat u aandacht aan uw woonhuis besteedt.
3Treed niet zomaar op als getuige tegen uw naaste, want een onjuist getuigenis is niet goed.
4Zeg niet: ‘Ik behandel hem net zoals hij mij behandelt, ik vergeld een man naar wat hij doet.’
5Ik liep langs de akker van een luiaard en langs de wijngaard van een onverstandig mens:
6hij stond vol distels en werd overwoekerd door onkruid, de stenen muur eromheen was afgebrokkeld.
7Ik zag dat en nam het ter harte, ik trok daar mijn les uit.
8Nog even slapen, een beetje soezen, nog eventjes lekker liggen,

9 uw armoede is in aantocht en de gebrekkige omstandigheden overvallen u.

10

11Hier volgen nog meer spreuken van Salomo. Zij werden opgetekend door de mannen van koning Hizkia van Juda. 12God ontleent eer aan zaken die Hij verborgen houdt, maar koningen ontlenen eer aan het doorgronden van een zaak.
13De hoogte van de hemel, de diepte van de aarde en de beweegredenen van koningen zijn voor velen ondoorgrondelijk.
14Haal het schuim van het zilver af, dan blijft de goede grondstof voor de smelter over.
15Verwijder de goddeloze uit het bijzijn van de koning, dan zal zijn troon steunen op gerechtigheid.
16Doe u voor de koning niet beter voor dan u bent, doe niet net alsof u ook een vooraanstaand man bent.
17Want het is beter dat men tegen u zegt: ‘Kom hier naar boven,’ dan dat men u vernedert waar iedereen bij is.
18Stort u niet overhaast in geschillen, want mogelijk begaat u dan domheden, wanneer uw naaste u op de vingers tikt.
19Hebt u een geschil met uw naaste, probeer dat dan eerst onderling bij te leggen en maak niet openbaar wat hij liever voor zich wil houden.
20Doet u dat wel, dan wijst men u met de vinger na. Een smet die niet snel wordt vergeten.
21Goede en toepasselijke woorden zijn als gouden appels op zilveren schalen.
22Een wijze berisping aan een open oor is als een gouden oorbel, een halsketting van het zuiverste goud.
23Een trouwe gezant is voor zijn zender als een koele drank voor de oogsters, want zijn boodschap doet zijn heer goed.
24Iemand die zich laat voorstaan op de vrijgevigheid die hij niet bezit, is als een veelbelovende wolkenpartij, waaruit echter geen druppel regen valt.
25Een gezagsdrager laat zich door vriendelijk geduld overtuigen, een vriendelijk woord weet zelfs het hardste hart te vermurwen.
26Hebt u honing gevonden, eet dan niet meer dan u lust, anders gaat het u misschien tegenstaan en spuugt u het weer uit.
27Loop bij uw naaste de deur niet plat, anders krijgt hij misschien genoeg van u en gaat u haten.
Copyright information for NldHTB